500 gr bloem en wat extra om te bestuiven
5 gr gedroogde gist of 20 gr verse gist
100 ml lauw water
1 tl zout
1/2 tl gemalen djinten
1/2 tl gemalen ketoembar
100 gr gesmolten boter
olie
1 ei
1 el water
4 el sesamzaad

Bereiden
Maak van het bloem, de gist en zoo ml water een voordeeg. Bestuif het voordeeg met bloem. Leg dit in een kom en dek deze af. Laat het rijzen tot de bovenkant scheurtjes vertoont. Voeg dan zout, djinten, ketoembar, de gesmolten boter en 150 ml water toe. Roer alles met een houten lepel door elkaar en kneed het met de hand tot een glad en soepel deeg. Vorm een bal en laat afgedekt rijzen tot verdubbeld. Vet de bakplaat in met een beetje olie, of leg er bakpapier op.

Dan het deeg stevig doorkneden, verdelen in 16 stukken van ongeveer 50 gram. Rol per stukje een sliertje van 30 cm die spits toeloopt aan beide kanten. Maak van de sliert een ring en draai de uiteinden stevig in elkaar en druk ze aan.
Leg de deegringen een beetje uit elkaar op de ingevette bakplaat, dek ze af en laat nog even een kwartiertje rijzen.
Verwarm de oven voor op 200 graden. Bestrijk de deegringen met het geklutste ei/watermengsel en bestrooi met sesamzaad. Bak ze dan ongeveer 15 minuten in de oven tot mooi goudbruin.