als je geluk hebt, groeit er daslook in je tuin, en die staat nu ongeveer in bloei. Heerlijk als garnering over de aspergesoep.

Ingrediënten
De schillen van ongeveer 18 witte asperges
1 liter kookvocht van de asperges, evt. aangevuld met water
1 sjalot, gesnipperd
2 klonten boter
een scheut witte wijn
1/2 bosje peterselie
50 gram roomboter
3 eetlepels bloem
Een paar gekookte witte asperges ter garnering
peper en zout

Bereiden
Neem een soeppan met dikke bodem en zet die op een laag vuur. Smelt de boter. Voeg dan het sjalotje toe en een snuf zout. Fruit heel zachtjes en op laag vuur aan voor zo’n 7 minuten. De sjalot mag niet bruin worden. Voeg nu de aspergeschillen toe. Bak deze kort aan en vergeet niet te roeren. Blus af met de wijn. Schenk de bouillon in de pan en breng op een laag vuur aan de kook. Laat de smaken zo’n 20 minuten zachtjes trekken op het laagste pitje. Draai dan het vuur uit en laat de bouillon een nacht verder trekken. Haal de bouillon nu door een fijne zeef. Bewaar in een bakje in de koelkast.

Maak nu de roux, hiermee maak je de soep iets dikker. Veeg de soeppan schoon. Zet de pan terug op laag vuur. Smelt de boter in een dezelfde soeppan. Roer de bloem erdoor en laat die een paar minuten garen, terwijl je blijft roeren. Voeg dan beetje bij beetje de aspergesoep bij de roux. Blijf roeren.

Breng de soep op smaak met peper en zout. Snijd de losse gekookte asperges in stukjes en verdeel over diepe borden. Schenk de soep erop en garneer met de fijngesneden peterselie.