Het is oogsttijd, en blijkbaar was het een prachtig fruitjaar, want ik heb heel veel bessen, Japanse sierkweeën, bramen en frambozen te oogsten en te verwerken. Heel veel voor een kleine potager dan 🙂
De bramenjam mislukte in eerste instantie, waarschijnlijk omdat ik toch een recept gebruikte dat niet helemaal oké is met ingevroren bramen. Want bijna alles wat ik nu pluk, gaat de vriezer in tot nader orde, anders kan ik ze niet bewaren.
Ingrediënten
- Een pond (500 gram) ingevroren bramen
- 6 kleine takjes munt, of een half theelepeltje kardamon
- sap van een halve citroen of het sap van een hele limoen (citroenen zijn nogal prijzig op het moment, 0,70 per stuk!)
- 450 gram geleisuiker
Bereiden
Doe het limoensap, de bevroren bramen en de munttakjes en/of kardamon in een pan met een deksel. Breng langzaam aan de kook (in de tussentijd ontdooien de bramen), af en toe roeren en haal na zo’n minuut of 10 met een vork de munttakjes uit de bramenprut. Nog even zachtjes koken en dan de geleisuiker erbij. Goed roeren, 10 minuten koken en dan in een tweetal brandschone, gesteriliseerde potjes gieten. Deksel er goed op draaien en omgekeerd op een theedoek of een onderzetter laten afkoelen.